VAN DER POEL- KERKORGELS
Inductorstraat 32 • 3903 KB Veenendaal • 0318 52 82 55 • info@vanderpoelkerkorgels.nl
Wageningen II
Wageningen II
Sinds november 2009 ben ik in het gelukkige bezit van een Van der Poel-orgel. Tot die tijd heb ik ruim 20 jaar naar tevredenheid gespeeld op een Cantor-orgel. De heer Van der Poel stond destijds ook aan de wieg van het Cantor-ontwerp. Hij was (en is) daarom de juiste persoon om een eventuele storing aan dit type orgel snel en vakkundig te verhelpen.
Als hij om die reden incidenteel eens bij ons thuis kwam, spraken we ook altijd over nieuwe ontwikkelingen. Wat mij steeds weer opviel is zijn kennis van en liefde voor het pijporgel, dat hij ook regelmatig zelf bespeelt. En dat gekoppeld aan zijn grondige kennis van geluidstechniek, electronica en computertechniek, en zijn inventiviteit, stelt hem in staat de klankkarakteristieken van het pijporgel natuurgetrouw electronisch te simuleren. Vooral ook omdat hij oog heeft voor gecompliceerde ‘details’, zoals het opbouwen van een toon, het ‘ademen’ van de toon doordat de luchtstroom naar een orgelpijp niet star is maar altijd vol zit met wervelingen en drukvariaties, et cetera. Deze eigenschappen zijn terug te vinden in al zijn orgels, groot en klein. Verder levert hij maatwerk, zoals een pijporgelbouwer. Dat geldt ook voor het meubel.
Langzaam groeide de gedachte om m’n Cantor-orgel een keer te vervangen door zo’n modern instrument. Voorjaar 2009 zijn mijn vrouw en ik naar het atelier van Van der Poel gegaan om zijn orgels ook eens te zien en vooral te horen. Kort daarna heb ik een afspraak gemaakt om zelf in alle rust min of meer uitvoerig zo’n orgel te bespelen. Dat was een bijzondere ervaring, heel inspirerend. Daarmee begon het proces van de aanschaf van een nieuw orgel.En dat resulteerde – weinig verrassend – in een Van der Poel-orgel, model Positief. Dat model is flexibel qua vormgeving en uitgebreidheid. Ik heb gekozen voor een ‘basismeubel’ met aan weerszijden van de lessenaar in totaal 32 registerknoppen. Met 3 koppels en 2 tremulanten leverde dat 27 knoppen op voor sprekende stemmen: een middelgroot tweeklaviers orgel. Die stemmen werden in goed onderling overleg gekozen.
Met het klassieke mechanische pijporgel in gedachte, heb ik weinig extra’s willen toevoegen. Gezien mijn voorkeursrepertoire voor te spelen orgelmuziek was het inbouwen van een tweede dispositie niet zinvol, evenmin een zwelpedaal. Daartegenover heb ik wel gekozen voor (houten) klavieren met het juiste toucher, en ook voor extra stemmingen: naast de standaard ingestelde evenredigzwevende stemming kan eenvoudig omgeschakeld worden naar Werckmeister III en Middentoon.
Inmiddels heb ik vijf maanden speelervaring. En die is zonder meer positief. De associatie met een pijporgel, in een kerkruimte, is vrij groot. Dat ligt natuurlijk in de eerste plaats aan de klankgetrouwheid, maar ook aan het toucher, aan de kast met z’n (trek)registers en aan de natuurgetrouwe nagalm waarmee het orgel is uitgerust. Wel moest ik even wennen aan de vrij directe geluidsafstraling van hoofdwerk en pedaal. Door de karaktervolle stemmen kan het gewenste klankbeeld veelal met een beperkte registratie worden gerealiseerd; een groot aantal orgelwerken komt uitstekend tot z’n recht (mits natuurlijk goed gespeeld; het is een plezierige uitdaging daar aan te werken).
Enkele maanden experimenteren bleek nodig te zijn om geheel vertrouwd te raken met de karakteristieken en mogelijkheden van het orgel. Al spelend kristalliseerden zich enkele persoonlijke wensen voor aanpassingen uit. Onlangs heeft de heer Van der Poel de intonatie van sommige registers wat bijgesteld. Naast dergelijke bijstellingen zijn ook dispositiewijzigingen of -aanvullingen betrekkelijk eenvoudig mogelijk, maar vooralsnog heb ik daar geen plannen voor.
J. van der Kooij
Wageningen, april 2010