Klank en techniek

Dynamiek en levendigheid van pijporgelklanken

Pijporgelklanken komen in eerste instantie over als stabiele tonen die na een aanblaasverschijnsel (‘spuck’) een star en onveranderlijk geluid voortbrengen zolang de toets ingedrukt blijft. Dit is geenszins het geval. Na uitgebreide studie van orgelpijp en na uitvoerige analyse van pijptonen is duidelijk geworden dat pijpen een uiterst complexe, allerminst stabiele golfvorm produceren. De beïnvloeding door winddruk-fluctuaties, onderlinge beïnvloeding en windladewervelingen zijn duidelijk waarneembaar in de pijptonen. De toonhoogte van de pijp is allerminst stabiel. Het aanblaasverschijnsel is complexer dan alleen de zogenaamde ‘spuck’. Gebleken is, dat pijpen niet aanspreken op de juiste toonhoogte, een effect dat steeds duidelijker hoorbaar wordt wanneer de pijplengte afneemt. Eenzelfde effect treedt op bij het loslaten van de toets. De uiteindelijk enigszins stabiele toonhoogte van een pijp is bij herhaald aanslaan een fractie verschillend. Een gelijkgestemde pijp van een ander register of van een pijp van een octaaf hoger klinkend register dat een octaaf lager wordt gespeeld, is opnieuw een fractie anders van toonhoogte. Voor alle -vaak meer dan duizend- pijpen van een orgel gelden deze fluctuaties en bewegingen. Met andere woorden, orgelpijpen produceren zeer beweeglijke en steeds variërende klanken.

Complexe sampling

Uit het voorgaande wordt duidelijk dat deze complexe, van meerdere factoren afhankelijke pijptonen, niet te simuleren zijn door simpele elektronische ‘sampling’. Bij dit type ‘sampling’ worden tonen gezien als korte, slechts snel repeterende golfvormen. Zo worden slechts een korte tijd van een golfvorm onveranderlijk opgeslagen in een geheugen. Hierbij wordt (ten onrechte) aangenomen dat de golfvorm niet meer significant wijzigt na het bereiken van de stabiele fase. Vele dynamische veranderingen worden dus niet mee-’gesampled’.Bij complexe sampling wordt een extreem lang sample in het geheugen geladen, waarbij vastgesteld is dat alle levendigheid die de pijptoon in zich heeft, is opgetreden. Daarmee wordt voorkomen dat bepaalde levendigheid die zich in de toon bevindt wordt gemist.

Levendigheidsfactoren

Veel latere bewegingen van de pijp zijn echter niet vooraf te voorspellen daar zij niet in eerste instantie tot de pijptoon zelf behoren. Zij worden ondermeer veroorzaakt door andere factoren als windvraag, winddruk, windlade-werveling, etc. Daarom kunnen deze bewegingen nooit met het ‘sample’ in het geheugen worden opgenomen, zelfs niet nu er gebruik wordt gemaakt van extreem lange samples. Bij simpele directe sampling is het resultaat van de uiteindelijke klank altijd voorspelbaar doordat het slechts een aaneenschakeling is van steeds dezelfde klankinformatie en niet beïnvloedbaar. De samples staan immers in het geheugen en zijn daar onveranderbaar.Directe sampling bevalt ons gehoor vaak slechts kort. Het ten gehore gebrachte sample correspondeert met de ‘klankfoto’ die we in ons hoofd hebben opgeslagen, echter een ‘klankvideo’ wordt het nooit, beweging vanwege beïnvloeding is uitgesloten. Vandaar dat simpele sampling snel verveelt en onnatuurlijk klinkt wanneer men echt gaat spelen i.p.v. het vergelijken en proberen van enkele tonen van registers. Het enige echte alternatief hiervoor is de nu door VAN DER POEL –KERKORGELS- gebruikte systeem van complexe sampling. Binnen dit systeem worden ook onderlinge beïnvloeding van pijpen, winddrukverschillen, intrinsieke bewegingen meegenomen. Alleen op deze wijze wordt recht gedaan aan het beweeglijke en dynamische karakter van een pijporgel. Versmelting en doorzichtigheid zijn daardoor optimaal aanwezig.

Intonatie in "real-time"

De diversiteit en het gedegen vakmanschap van de verschillende pijporgelbouwers komt duidelijk tot uitdrukking bij het intoneren (voor- en eindintonatie). Intoneren is echt een vak op zich. Voor wat betreft de intonatie van digitale klassieke orgels is VAN DER POEL –KERKORGELS- uniek. De intonatie staat bij ons dan ook hoog in het vaandel. In het technisch ontwerp is vanaf het begin de noodzaak tot uitvoerige en uiterst gedetailleerde intonatie opgenomen. Reeds vele malen heeft onze intonateur een orgel in verschillende omstandigheden “naar zijn hand gezet” door het orgel tot in de kleinste finesses te “kleuren”. Het leveren van maatwerk komt ook hierin optimaal naar voren. Intonatie bij elektronische orgels wordt door gebrek aan mogelijkheden en vakkennis vaak afgedaan met “een beetje meer hoog of laag, spuck, chorus etc.”. Dat dit geen gedetailleerde intonatie is behoeft geen nadere uitleg. Intonatie omvat o.a. het kunnen beïnvloeden van aanspreeksnelheid, mensuur-verloop, draagkracht, levendigheid, stemming, beweging door winddrukinstabiliteit, versmelting, zangerigheid, helderheid en volume. Deze facetten kunnen in grote lijnen, per register, per octaven of individueel per toets worden veranderd. Intoneren is de kunst van het optimaal kleuren van de pijptoon. Daartoe beschikt de (pijp)orgel-intonateur over vaardigheden en eigenschappen zoals een uitstekend gehoor, aangepast gereedschap en een ruime ervaring, waarbij hij of zij de orgelklank vormt naar akoestiek, toepassing, versmelting met andere registers en smaak. Hieruit blijkt dat goed intoneren alleen dan mogelijk is, als er in ‘real time’ geïntoneerd wordt, d.w.z. veranderingen worden direct hoorbaar. Daartoe moet de intonateur de mogelijkheid hebben alle typische effecten van pijptonen te kunnen vormen. Bij het complexe samplingsysteem van VAN DER POEL -KERKORGELS- is er de mogelijkheid elke pijp, ook die binnen een meervoudig register (mixturen, cornet) tijdens de intonatie – in 'real time’ - te wijzigen waaronder ook aanblaasverschijnselen, beweging, stemming etc. Geïnspireerd door de traditionele pijporgelbouw vindt de vóórintonatie plaats in het atelier. Na de definitieve installatie wordt het orgel geïntoneerd naar de akoestische omstandigheden van het gebouw, de smaak van de organist(en) en de toepassing en stijl van het instrument. Waar nodig kan de intonatie ook later opnieuw worden aangepast.